Regio

Keuze hoe woningen te verwarmen bepalend voor toekomstige druk op elektriciteitsnet Holland-Rijnland

In het Klimaatakkoord is afgesproken dat Nederland in 2050 aardgasvrij moet zijn. In de komende jaren worden daarom steeds meer woningen losgekoppeld van het aardgasnet. Woningen worden dan voor het merendeel verwarmd met een elektrische warmtepomp of aangesloten op een warmtenet. De wijze waarop woningen straks worden verwarmd, is bepalend voor de toekomstige beschikbaarheid van elektrische capaciteit in de regio. Om te voorkomen dat het elektriciteitsnet vanaf 2035 opnieuw vol zit, is het volgens netbeheerder Liander noodzakelijk dat gemeenten nu keuzes maken.

14 februari 2024
Zuid-Holland
luchtfoto van een woonwijk in leiden. Op de achtergrond hoge gebouwen

Een elektrische warmtepomp lijkt op het eerste gezicht een logisch alternatief voor woningen die losgekoppeld worden van het aardgasnet. Maar tegelijk is een warmtepomp niet altijd rendabel als woningen onvoldoende zijn geïsoleerd. Maar net zo belangrijk is dat warmtepompen veel elektriciteit gebruiken. In grote aantallen vormen ze daarmee een significante belasting voor het elektriciteitsnet. Voor een deel van de regio Holland-Rijnland is een warmtenet daarom een meer voor de hand liggende optie. In die regio komt namelijk veel warmte beschikbaar afkomstig uit het havengebied van Rotterdam.

Warmtenet

Door de energietransitie neemt het aantal warmtepompen, oplaadpunten voor elektrische auto’s en zonnepanelen snel toe. Dit zorgt ervoor dat het steeds drukker wordt op het elektriciteitsnet. Om die drukte op te vangen, werkt Liander op veel plaatsen in de regio aan de uitbreiding en verzwaring van de elektriciteitsnetten. Grote elektriciteitsstations worden uitgebreid of nieuw gebouwd en het laagspanningsnet in de wijk wordt verzwaard.

Uitbreiding en verzwaring van het elektriciteitsnet kost tijd en vraagt om forse investeringen. Mede daarom is het belangrijk om de vraag naar elektriciteit te verlagen. Onder andere door in te zetten op alternatieven voor het verwarmen van woningen die zo min mogelijk elektriciteit nodig hebben. Daarvoor komt in de regio Holland-Rijnland een serieus alternatief beschikbaar. Vanuit het havengebied in Rotterdam wordt een warmteleiding aangelegd met restwarmte van de industrie. Met deze warmte kunnen via een warmtenet ongeveer 50.000 woningen in de regio worden verwarmd. Een verdubbeling hiervan is mogelijk als in de toekomst nog andere warmtebronnen worden gegenereerd.

Keuzes maken

De warmte uit Rotterdam is vanaf 2028 beschikbaar voor grote delen van de gemeenten Leiden, Katwijk, Leiderdorp, Oegstgeest, Voorschoten en Zoeterwoude. Voor deze gemeenten speelt de warmte die beschikbaar komt met de warmteleiding een belangrijke rol in de energietransitie omdat deze kan worden ingezet voor een warmtenet. Als deze warmte niet wordt gebruikt en woningen massaal overgaan op een elektrische warmtepomp, zit het elektriciteitsnet, ondanks uitbreidingen die nu plaatsvinden, vanaf 2035 weer vol. Daardoor stokt de bouw van nieuwe woningen en kunnen bedrijven geen nieuwe of grotere aansluiting krijgen op het net. Het elektriciteitsnet moet dan richting 2050 nog verder worden uitgebreid dan nu al is voorzien.

Gezien de grote investeringen en de tijd die het kost om het energiesysteem richting 2050 vorm te geven, moeten gemeenten nu keuzes maken over welke wijken er straks verwarmd gaan worden met een warmtenet. Die keuzes zijn ook noodzakelijk om de energietransitie gecontroleerd te laten verlopen en te voorkomen dat op individueel niveau gekozen wordt voor all-electric warmtepompen. Liander vraagt gemeenten daarom de komende tijd een keuze te maken en deze vast te leggen in warmteprogramma’s en uitvoeringsplannen.

De analyse van Liander over de impact van de warmtetransitie op het elektriciteitsnet in gemeenten rond Leiden is hier te lezen. Liander werkt op dit moment aan de inzichten voor de rest van Holland-Rijnland. De verwachting is dat deze voor de zomer gereed zijn.

Downloads: