Aansluiting openbare verlichting met randapparatuur
Wie beheert de aansluiting?
Liander is de eigenaar van de aansluiting, inclusief aansluitset met beveiliging. Wij verzorgen hiervoor het beheer én onderhoud. Het overdrachtspunt – waar onze verantwoordelijkheid eindigt – is direct na de beveiliging. Vanaf het overdrachtspunt zijn de gemeente en de OVL-beheerder verantwoordelijk voor het beheer van de klantinstallatie en alles wat daarop is aangesloten.
De afbeelding hieronder laat zien hoe openbare verlichting is aangesloten:
- Het rode deel behoort tot ons netwerk en is onze verantwoordelijkheid. Hiermee waarborgen we de veiligheid en betrouwbaarheid van het net.
- Het groene deel valt onder de installatie en verantwoordelijkheid van de gemeente en de OVL-beheerder.
Aansluittoepassingen op een lichtmast
De meeste openbare verlichting is bij netbeheerders aangesloten via een geschakelde aansluiting van 1 x 6 A. Deze aansluiting werkt alleen als het donker is. Dat is handig voor verlichting, maar niet geschikt voor toepassingen die altijd spanning nodig hebben. Om veiligheidsredenen is een gecombineerde lichtmast met zowel geschakelde als constante spanning niet toegestaan.Aansluiten en verrekenen van randapparatuur
Cameratoezicht, verkeersstellingen en metingen van luchtkwaliteit zijn voorbeelden van randapparatuur. Het is niet noodzakelijk om deze systemen te combineren met een lichtmast, maar dit is vaak wel logisch. De lichtmast staat er al, heeft een geschakelde aansluiting én is hoog genoeg. Dit maakt het voor gemeenten mogelijk om materialen efficiënter te gebruiken en het aantal objecten in de openbare ruimte te minimaliseren.
OVL-beheerders mogen randapparatuur achter het overdrachtspunt plaatsen. Eventueel met accu als dat nodig is. Het verbruik (kWh) moet dan wel worden verrekend. De OVL-beheerder is hiervoor verantwoordelijk.
Er zijn twee manieren om het verbruik van randapparatuur te verrekenen:
- Bij een bemeten OVL-net zit er een kWh-meter in de middenspanningsruimte. Het verbruik van randapparatuur wordt gemeten en in rekening gebracht bij de OVL-beheerder via de EAN-code van het voedingspunt.
- Bij een onbemeten OVL-net is er een verrekening op basis van vermogen en branduren. De OVL-beheerder is verplicht om bij het plaatsen van randapparatuur het vermogen en schakelschema aan ons door te geven. Dit gaat via het branduren-proces.
Verantwoordelijkheden na het overdrachtspunt
- In opdracht van Liander werken óf;
- Erkend zijn door Liander én zegelrecht hebben.
De bekabeling voor verlichting en randapparatuur valt in het vrije domein, dus ná het overdrachtspunt. De eigenaar van de lichtmast en/of het object is verantwoordelijk voor:
- Het aanleggen en beheer van de bekabeling.
- De juiste beveiliging en aarding van de randapparatuur, die voldoen aan de veiligheidsnormen van NEN3140 en NEN1010.
Let op: de netbeveiliging die wij toepassen is bedoeld als stroombegrenzing. Dit dient dus niet als beveiliging voor de klantinstallatie conform de NEN1010. Een voorbeeld is het niet onderbreken van de nul geleider. Daarnaast is het mastluik uitsluitend bedoeld als afsluiting van de lichtmast en de achterliggende elektrische onderdelen.
Bij een onveilige situatie of onjuiste verrekening van stroomverbruik door randapparatuur, behouden wij het recht de aansluiting af te sluiten.