06 februari 2020
precario gemeenten
Liander staakt merendeel rechtszaken tegen ‘oneerlijke’ gemeenteheffing
Liander staakt merendeel rechtszaken tegen ‘oneerlijke’ gemeenteheffing
Liander staakt tegen dertien gemeenten de strijd tegen precario, de heffing die gemeenten opleggen voor het gebruik van de grond voor kabels en leidingen. Naar aanleiding van een recente uitspraak door het gerechtshof Amsterdam inzake Tytsjerksteradiel ziet de netbeheerder af van een vervolg in soortgelijke zaken tegen andere gemeenten. Liander is altijd principieel tegenstander geweest van deze ‘oneerlijke’ heffing met het oog op het maatschappelijk belang om energie voor iedereen betaalbaar te houden.
Als netbeheerder zorgt Liander ervoor dat ruim drie miljoen Nederlandse huishoudens en bedrijven elektriciteit, gas en warmte ontvangen. Precario is een belasting die gemeenten kunnen heffen voor onder meer het in de grond hebben van kabels en leidingen. Het is wettelijk bepaald dat Liander de heffingen in zijn tarieven doorberekent aan al haar klanten. Dit betekent dat klanten in een gemeente die geen precario heft, via de energierekening meebetalen aan de precario die in een andere gemeente wordt geïnd. Liander heeft dit altijd als een oneerlijke belasting gezien en zich hiertegen verzet.
In 2019 betaalde een gemiddelde klant in Liander-gebied circa vijftig euro extra per jaar aan precario via zijn energierekening. De totale kosten van precario in 2019 bedroegen voor Liander circa 150 miljoen euro. Inmiddels heeft de wetgever ingestemd met het afschaffen van precario op water, elektriciteits- en gasinfrastructuur. In 2022 zal deze heffing ophouden te bestaan. In 2024 zullen de tarieven van Liander geschoond zijn van de doorberekening van de precario-kosten.
Uitspraak gerechtshof Amsterdam
Sinds 2004 verzet Liander zich met juridische middelen tegen aanslagen van precariobelasting. In 2019 werd ook al een aantal procedures gestopt, nadat Liander in twee zaken in het ongelijk was gesteld door de Hoge Raad. Tegen een aantal gemeenten werden de procedures doorgezet, omdat deze zaken inhoudelijk afweken.
Liander is eind december 2019 in één van deze zaken in het ongelijk gesteld door het gerechtshof Amsterdam. Liander heeft besloten niet in cassatie te gaan, omdat de kans op succes zeer klein is. Dat betekent dat de procedures tegen twaalf gemeenten met een vergelijkbare zaak nu ook worden ingetrokken of stopgezet. Tegen een klein aantal gemeenten (drie) wordt de bezwaar- en beroepsprocedures wel doorgezet, omdat deze zaken inhoudelijk anders zijn.